Chungui: Het opgraven van de verschrikkingen van terrorisme in Peru

Chungui, el distrito, es parte de la provincia de La Mar en el departamento de Ayacucho. Una parte del distrito es conocida como Oreja de Perro por la forma de la zona en el mapa del Perú.  Foto de Moner Lizana de la web chungui.info

Het disctrict Chungui vormt een onderdeel van de provincie La Mar in de regio Ayacucho. Een gedeelte van het district staat bekend als Oreja de Perro (hondenoor) omdat het op de kaart daarop lijkt. Het bovenstaande plaatje is gemaakt door Moner Lizana van de website chungui.info

Dertig jaar geleden werden honderden burgers slachtoffer [es] van de terroristische organisatie het Lichtend Pad en de tegenacties van de Peruaanse overheidstroepen in de gemeenschappen in Chungui en Oreja de Perro (Dog Ear) [es] gelegen in de regio Ayacucho. Velen van de slachtoffers zijn begraven in onbekende massagraven, en de opgraving en identificatie van de menselijke overblijfselen is pas kort geleden begonnen.

De terroristische organisatie het Lichtend Pad is ontstaan in Ayacucho en zijn strategie was om de arme en van oudsher uitgebuite plattelandsbevolking te bewapenen om de grote steden in het land aan te vallen. Het gevolg van deze strategie was dat vele boeren gedwongen werden om zich aan te sluiten bij het Lichtend Pad of om de gewapende groepen op uiteenlopende manieren te helpen, hierdoor werden de boeren door het nationale leger gezien als terroristen.  

De Waarheids- en Verzoeningscommissie [en] werd in 2001 opgericht om het politieke geweld dat het land in de jaren tachtig en negentig had geteisterd te onderzoeken. De commissie publiceerde in zijn eindverslag de getuigenissen [es] die waren verzameld in Chungui en Oreja de Perro samen met een tijdlijn van de gebeurtenissen die plaatsvonden tussen 1967 en 1995. Na het lezen van de verhalen wordt duidelijk dat het district niet één of twee aanvallen heeft ondergaan maar vele gewapende aanvallen en intimiderende acties van het Lichtend Pad gedurende de jaren tachtig. Onderdeel hiervan waren massamoorden op leden van de gemeenschap en de executie van burgerautoriteiten. Naar men zegt zijn er alleen al in het district Chungi 1.384 slachtoffers van terrorisme.  

Dit is wat een vrouw die getuige was van de Santa Carmen-massamoord in 1982 aan de commissie vertelde:  

Esos hombres tenían un libro grande y llaman lista y dicen su nombre de mi papá, pronuncian XZ diciendo dice pues y de ahí le sacan y a mi papá le dicen XZ “presente jefe” dijo mi papá. Decían ya muy bien, muy bien te están llamando corre, corre te están llamando allá le dicen y le hacen correr a la escuela y detrás le estaban esperando varios más o menos como seis o siete estaban esperando, y alrededor de la muralla también estaban. Entonces mi papá llega y ni bien estaba volteando a la espalda de la escuela, uno le agarro de atrás y le empezó a patear y mi papá al querer defenderse más ya lo acuchillaron.

Deze mannen hadden een groot boek en lazen een lijst voor en ze zeiden mijn vaders naam, ze noemden XZ en zeiden dat hij dat moest zeggen, ze namen hem mee naar buiten en ze noemden mijn vader XZ en hij zei: “present, baas”. Ze zeiden: “zeer goed, zeer goed, ze roepen je, ren, ren, ze roepen je vanaf daar” en ze maakten hem aan het rennen naar de school. Verschillende mensen wachtten op hem achter de school, ongeveer zes of zeven waren aan het wachten en nog meer aan de andere kant van de muur. Mijn vader kwam daar aan en nog voor hij goed en wel zijn rug naar de school had toegekeerd viel iemand hem van achteren aan en begon hem te schoppen en toen hij zich probeerde te verdedigen werd hij neergestoken.  

Het verhaal gaat verder:

Un cuchillo se lo meten por la espalda y mi papá empieza a agarrar a puñete y patada y paj, paj paj. Lo tiran y en el suelo lo pisotean y mi papá no muere y cuando le meten otro cuchillo en la barriga y en el corazón grita mi papá “ayyyyyyyy, ayyyyyyynooo” gritó sólo tres veces. Y después de esto al otro señor ya también, le llama lista y él le dice presente y otra vuelta el otro también corre, corre y el otro también igualito corre y en la lista le llaman, ocho personas habían muerto.

Ze staken een mes in zijn rug en mijn vader begon te stompen en schoppen, bam, bam, bam. Ze gooiden hem op de grond en stonden op hem en mijn vader ging niet dood, maar toen hij nogmaals werd gestoken in zijn buik en zijn hart, schreeuwde mijn vader: “aaaah, aaaah neeee”, slechts drie keer. En nadat dit gebeurde, werd een andere man van de lijst opgeroepen en ook hij riep present, en opnieuw werd deze man gevraagd te rennen, rennen, en ook deze man rende. Ze riepen nog meer mensen van de lijst, acht mensen zijn doodgegaan.

In januari 2013 zijn de overblijfselen van 78 opgegraven slachtoffers uit het district Changui [es] aan hun families [es] gegeven, en dit is slechts het begin. In augustus van hetzelfde jaar kondigde [es] het Speciale Forensisch Team (EFE) – een onderdeel van het openbaar ministerie – aan dat de menselijke overblijfselen van 200 personen waren gevonden in massagraven in het district Oreja de Perro en dat was begonnen om hen terug te brengen naar hun families. De leider van het forensisch team, Ivan Rivasplata, zei [es] dat het nog steeds onzeker is of deze mensen slachtoffer zijn geweest van het Lichtend Pad of van het leger. 

Het verslag [es] van de opgraving, gepubliceerd door een lokale krant, is een pijnlijke na-vertelling van de jaren van terreur en van hoe, ook al zijn er zoveel jaren overheen gegaan, de nabestaanden nog steeds geïnteresseerd zijn in het achterhalen van wat er gebeurd is met hun vermoorde familieleden. De familieleden helpen ook door informatie te verstrekken die nodig is voor het vinden van meer massagraven en verborgen begraafplaatsen: “In dit dorp [Amaybamba] wacht Valentín Casa Quispe, een 36-jarige muildierdrijver die op zijn tien lastpaarden alle benodigde bagage en gereedschappen heeft voor de opgravingen, omdat hij denkt dat hij in een van de massagraven de overblijfselen van zijn vermoorde moeder zal vinden, die in 1986 overleed toen hij slechts negen jaar oud was”.

Vele kinderen werden wees en waren op zich zelf aangewezen [es] om te overleven: “Eugenia was zeven jaar oud toen in 1984 haar zusjes werden geëxecuteerd in hun dorp Chaupimayo en haar vader op de militaire basis in Mollebamba. Na deze tragedie leefde ze twee jaar in de bergen waar ze half-gekookte kruiden en rauwe mais at. […] ‘Toen het leger mij gevangen nam en naar Mollebamba bracht was ik al negen’. Het leger gaf haar aan een plattelandsvrouw, Lorenza Hurtado, die haar dwong om haar vee naar de buiten te brengen om te grazen en te werken in het huishouden. ‘De vrouw mishandelde mij, ze schreeuwde tegen mij en vertelde altijd tegen iedereen in de gemeenschap dat ze een kleine terrorist in huis had genomen’. Een jaar later redde haar oom, Antonio Quispe Nieve, haar en nam haar mee naar Andahuaylas. 

Ondanks alles kan worden gezegd dat Eugenia geluk heeft gehad in vergelijking tot andere kinderen die niet alleen hun ouders hebben verloren maar ook hun identiteit, als ze niet vermoord werden. 

Van de 56 slachtoffers die in Chungui zijn gevonden, zijn 26 kinderen. 

De journaliste Jacqueline Fowks deelde op de blog NoticiasSer het verhaal van het kleine broertje van Rigoberto en Marina. Zij vroegen het leger hem met een helikopter naar het Huamanga-ziekenhuis te brengen omdat hij ernstig ziek was. Hierna hebben ze nooit meer iets van hem gehoord. De journaliste voegt toe [es]:

Éste no es un caso aislado. Una trabajadora del sector Salud de Ayacucho ha referido a trabajadores y asistentes sociales que en aquel tiempo, llegaban en helicópteros a Huamanga niños heridos o enfermos, o porque su comunidad era arrasada, y luego no los devolvían: pasaban a orfanatos, sin nombre, y más tarde los trabajadores los inscribían, hasta con sus propios apellidos.

Dit verhaal is geen uitzonderlijk geval. Een medewerker in de gezondheidszorg uit Ayacucho refereerde ook aan medewerkers en assistenten uit die tijd die zieke of gewonde kinderen meenamen met de helikopter, of kinderen wiens gemeenschap was verwoest; ze brachten de kinderen nooit terug. Ze werden naar weeshuizen gebracht, zonder naam, en later registreerden de medewerkers hen als hun eigen kinderen. 

Na het bestuderen van de gewelddadige geschiedenis van Chungui en Oreja de Perro vergelijkt en concludeert [es] de econoom Silvio Rendón het volgende op de blog GranComboClub :

La zona de Chungui, aquí, fue escenario de la guerra insurgente-contrainsurgente de los ochentas y noventas y es parte de lo que hoy se denomina “el VRAE”, el valle de los rios Apurímac y Ene, zona cocalera y donde persisten las acciones armadas contra el estado peruano. Lo ocurrido hace 45 años es muy indicativo de algunas persistencias en la historia peruana reciente. Y como ya vimos en 1965: insurgencia en el Gran Pajonal, en 1965 no hubo “comisión de la verdad” ni juicios a militares, ni acusaciones, ni nada por el estilo. Ahí quedó la cosa.

In de jaren tachtig en negentig was het district Chungui het toneel van een oorlog van opstand en tegenopstand, vandaag is het district onderdeel van “VRAE”,  de vallei van de rivieren Apurimac en Ene, een zone waar coca wordt verbouwd en nog steeds gewapende acties tegen de Peruviaanse staat plaatsvinden. Wat er 45 jaar geleden plaatsvond is zeer tekenend geweest voor nog steeds bestaande kwesties in de recente Peruviaanse geschiedenis. En zoals we gezien hebben in 1965 tijdens de Gran Pajonal opstand [es], toen was er geen “waarheidscommissie”, geen militair tribunaal, geen beschuldigingen, helemaal niets van dat alles. De dingen bleven gewoon zoals ze waren.

Dertig jaar na de massamoorden, in 2013, lijkt het erop dat de slachtoffers en hun nabestaanden eindelijk enige waardigheid en herdenking (terug)krijgen. 

Orgineel artikel gepubliceerd op de blog Globalizado [es] door Juan Arellano.

Start een discussie

Auteurs graag inloggen »

Regels

  • Alle reacties worden beoordeeld door een moderator. Verzend je reactie maar één keer, anders kan deze als spam worden gemarkeerd.
  • Wees respectvol tegen elkaar. Reacties met hatelijke opmerkingen, obsceniteiten en persoonlijke aanvallen worden niet goedgekeurd.