Misbruik, lage lonen en weinig vrijheid: het leven van buitenlandse dienstmeisjes in Hongkong

Een recente rechtzaak [en] betreffende het fysieke misbruik en de marteling van een Indonesische dienstmeid, Kartika Puspitasari, door haar werkgevers, heeft opnieuw de kwetsbare positie van buitenlandse dienstmeisjes in Hongkong aan het licht gebracht. 

Op dit moment zijn er meer dan 310.000 buitenlandse dienstmeisjes werkzaam in Hongkong, dit aantal vormt 3 procent van de gehele bevolking van de stad. Hongkong is echter berucht om zijn beleid aangaande buitenlands huishoudelijk personeel (BHP) [en]. Naast de immigratieverordening die het voor BHP onmogelijk maakt om een permanente verblijfsvergunning aan te vragen na zeven jaar in de stad te hebben gewerkt, is er ook een zo geheten “tweewekenregel” die vereist dat BHP binnen twee weken na het eindigen van hun contract een nieuwe werkgever vinden. Deze regeling maakt het voor hen moeilijk om een werkgever te kiezen of om van werkgever te wisselen. Bovendien worden ze niet beschermd door het minimumloonbeleid dat de stad hanteert, worden ze uitgebuit door tussen-agentschappen en gedwongen lange dagen te werken en bij hun werkgevers in te wonen onder extreem slechte omstandigheden. 

Indonesian Maids Rally in Support of Abused Domestic Helper on September 15, 2013. Photo from Hong Wrong.

Indonesische dienstmeisjes demonstreerden op 15 september 2013 om de misbruikte huishoudelijk werkster te steunen. Foto gemaakt door Tom Grundy.

Toen het verhaal van Kartika voor het eerst bekend werd gemaakt, vonden velen het moeilijk te geloven omdat de arbeidsmarkt “vrij” zou moeten zijn. Klaarblijkelijk is deze veronderstelling niet van toepassing op buitenlandse dienstmeisjes die in vergelijking tot burgers door de wet minder beschermd worden. Lees de korte beschrijving [en] van Kartika's zaak door Hong Wrong blogger Tom Grundy: 

Kartika Puspitasari is, naar wat wordt gezegd, tussen oktober 2010 en oktober 2012, geslagen met een ketting en een schoen, verwond met een heet ijzer en vastgebonden aan een stoel. Daarnaast werd haar haar afgehakt en werd ze door haar werkgevers gedwongen om een luier en kinderkleren te dragen. 

De werkgevers zijn uiteindelijk op 18 september 2013 veroordeeld [en] tot respectievelijk drie jaar en drie maanden en vijf en een half jaar. De beslissing van de rechter werd genomen op basis van hard bewijs, in het bijzonder de 45 wonden die zijn aangetroffen op het lichaam van Kartika, maar hij geloofde ook dat een aantal van de getuigenissen waren overdreven en kon niet uitmaken waarom Kartika niet naar de politie was gegaan. 

Rosa van left21 volgde de rechtszaak nauwlettend en legt uit [zh], door de ongelijke machtsverhouding tussen dienstmeisjes en werkgevers in Hongkong te analyseren, waarom het verhaal zo “ongeloofwaardig” klonk voor de lokale bevolking: 

僱主跟僱傭在法律案件前根本站在不同的起步點,法官在勞資審裁處公開道明「你要留下便得付錢」-意指由於根據條例僱傭不可在等待審訊期間繼續合法在港工作,政府亦不會在此等待期間支付她們生活費或簽證費,她們必須自己支付(或靠慈善機構的幫忙)進行訴訟的費用以贏得正義。在語言不通的重壓及失去工作的恐懼下,如此「你要留下便得付錢」的制度令外傭寧願保持沈默忍受虐待,也不願向僱主提出訴訟。

De werkgever en de werknemer hebben een ongelijke positie in het gerechtelijke proces. De rechter van het Arbeidstribunaal zei openlijk dat: “Als je blijft, moet je betalen” – volgens de wet kunnen dienstmeisjes niet werken gedurende het gerechtelijke proces en de overheid zal de kosten voor hun levensonderhoud en visum niet dekken. Ze moeten zelf hun juridische en visumkosten betalen (of hulp zoeken bij charitatieve organisaties). De dienstmeisjes, geconfronteerd met een taalbarrière en de druk van het werkloos zijn, wordt door het juridische systeem dat “als je blijft, moet je betalen” verkondigd het zwijgen opgelegd. En zo kiezen ze er voor om in stilte te lijden in plaats van hun werkgevers te confronteren in de rechtbank. 

Kartika對僱主的其中兩項指控被判不成立,因法官認為此印傭的某些證供不可信。他認為僱主不可能在離家旅行時把僱傭綁在家裡五天;他認為女僱主不可能逼僱傭穿著過小的衣服或透明膠袋在男僱主面前打掃;他也認為僱傭不可能沒有機會逃脫,而相信她曾有很多機會逃走卻沒有這樣做。
令人好奇的是,法官在確認了案件的壓倒性證據、清晰兩個僱主不人道的殘酷及漠視僱傭尊嚴的行為後,依然以「正常」僱主應有的「常識」推斷兩個被告曾作的行為,而否決受害人所提出的其他可能性。法官只專注於「硬體」的實物證據,其他軟性的無形力量,如威脅、心理壓力、虐待和飢餓/飢渴造成的弱勢、隔離等,則完全被忽略;這些無形的力量正是令僱傭極難逃走的障礙。

Twee van de aanklachten werden ongeldig verklaard omdat de rechter de getuigenis onbetrouwbaar vond. Hij geloofde niet dat het mogelijk was voor de werkgevers om hun dienstmeisje voor vijf dagen vast te binden terwijl ze op reis waren. Hij achtte het ook onmogelijk dat de werkgever het dienstmeisje dwong om te kleine kleding of een doorschijnende plastic tas te dragen en schoon te maken in het zichtveld van de mannelijke werkgever. De rechter kon ook niet geloven dat de dienstmeid geen kans heeft gehad om te vluchten en concludeerde daarom dat ze koos om dit niet te doen. 

Opmerkelijk genoeg geloofde de rechter wel de verklaring die bewees dat de daden van de werkgever wreed, onmenselijk en beledigend waren, maar stelde zijn oordeel op op basis van wat wordt geacht een “normale” werkrelatie te zijn met als gevolg dat hij de getuigenis van het slachtoffer verwierp. De rechter concentreerde zich op de “harde bewijsstukken” terwijl hij de onzichtbare macht negeerde die wordt gecreëerd door bedreiging, psychische stress, marteling, honger, opsluiting, etc. Deze onzichtbare elementen maken het voor huishoudelijk personeel moeilijk om weg te lopen. 

Ondanks deze situatie, deed het immigratiedepartement van Hongkong niets om de ongelijke machtsverhoudingen te veranderen maar in plaats daarvan maakt ze het voor dienstmeisjes moeilijker om van werkgever te wisselen, zoals bericht [en] werd door Tom Grundy begin september: 

In een poging om het ‘probleem’ van ‘job shopping’ te bestrijden, heeft de overheid de regels strikter gemaakt die het toch al lijdende huishoudelijk personeel in de stad verder verstrikken. Afgelopen week reageerde het immigratiedepartement op de zogenaamde ‘publieke bezorgdheid’ door bekend te maken dat ze het moeilijker gaat maken voor huishoudelijk personeel om hun contract te beëindigen. 

Sheila legt uit hoe onrechtvaardig de tweewekenregel van het immigratiedepartement is voor BHP in Stories Beyond Borders, een videoproject dat tot stand werd gebracht door crowdsourcing [en]: 

Veel werkgevers in Hongkong begrijpen niet dat BHP recht heeft op vrije tijd en privéruimte. In een interview met burgermediaplatform inmediahk.net, spreekt [zh] de Indonesische dienstmeid Ada over de moeilijkheden waarmee haar vrienden worden geconfronteerd wanneer ze proberen zich aan te melden voor een deeltijdstudie in Hongkong: 

HK-based Irish photographer Gráinne Quinlan's photo project on "Why do you do what you do?". The team asked several foreign domestic workers to write down why they left their home country to work in another city. Photo via Tom Grundy.

De Ierse fotograaf Gráinne Quilan, woonachtig in Hong Kong, heeft een fotografieproject opgezet genaamd “Waarom doe je wat je doet?”. Het team vroeg verschillende buitenlandse huishoudelijke personeelsleden om op te schrijven waarom ze hun land van herkomst hebben verlaten om in een andere stad te gaan werken. Foto via Tom Grundy.

「我相當幸運,家人非常支持我讀書」。而僱主給予她相當大的自由度,沒有反對,亦不干預她學習,只要不影響工作便可,所以她才能這樣享受學習,無顧慮地進修;相反,她身邊的朋友的處境卻是截然不同,因為不少僱主擔心外傭因學業而影響工作表現--有朋友的僱主得悉她進修一事便反對,亦有朋友因害怕僱主反對進修,於是偷偷躲起來溫習,或趁僱主入睡時才敢翻開課本,也有些朋友需每數月被逼暫停學業一次。

“Ik heb veel geluk omdat mijn familie mijn opleiding ondersteunt”. Ada's werkgevers geven haar tot op zekere hoogte ook de vrijheid. Ze staan haar toe te studeren zolang het haar werk niet beïnvloedt. Dit is waarom ze zich zonder problemen kon aanmelden voor een deeltijdopleiding. De ervaringen van haar vrienden zijn heel anders. Veel werkgevers zijn bezorgd dat wanneer de dienstmeisjes beginnen met studeren, ze niet meer in staat zijn hun taken uit te voeren. Sommige werkgevers van Ada's vrienden hebben openlijk het verzoek van haar vrienden om te studeren afgewezen, andere vrienden zijn te bang om het te vragen en moeten in het geheim studeren nadat hun werkgevers naar bed zijn gegaan. Sommige vrienden zijn hierdoor genoodzaakt hun studie eens in de paar maanden te staken.

Een aantal ngo's in Hongkong werken samen om de overheid onderdruk te zetten om de verplichte-inwoningsregel [en], die werd aangenomen in 2003, af te schaffen. Vera So, verslaggever voor inmediahk.net, bracht verslag uit van de persconferentie georganiseerd door deze ngo's: 

關注外勞權益的移民工牧民中心代表Cynthia Ca Abdon-Tellez稱,難以接受刑事化外傭在外留宿的自由。她又指,強制留宿除令外傭被逼居於極狹小的空間如廚、雜物房、廁所等,更增加她們遭受家庭暴力的風險。
牧民中心於今年4月進行調查,訪問了3004名留宿外傭,發現約三成受訪外傭沒有自己的睡房,要睡在走廊或客廳;另外八成外傭表示曾經歷不同方面及程度的暴力:接近六成遭受言語暴力,而身體暴力及性暴力則分別佔18%及6%,情況嚴重。Cynthia指政策推出10年,絕對需要檢討。

Cynthia Ca Abdon-Tellez van Mission For Migrant Worker (MMW) zei dat het onacceptabel is dat buiten het huis van de werkgever wonen strafbaar wordt gesteld. De verplichte-inwoningsregel dwingt dienstmeisjes er toe om in ruimtes zoals keuken, toilet en opbergruimte te slapen en het verhoogt het risico op huiselijk geweld.  

In een enquête uitgevoerd door MMV bleek dat ongeveer 30 procent van de 3.004 ondervraagde huishoudelijk personeelsleden geen eigen kamer heeft en moet slapen in de gang of woonkamer. Verder heeft 80 procent te maken gehad met een vorm van geweld, 60 procent met verbaal geweld, 18 procent met fysiek geweld en 6 procent met seksueel geweld. De situatie is zeer ernstig. Cynthia riep op, nu het 10 jaar geleden is dat de inwoningsregel is doorgevoerd, dat het tijd is dat hij wordt geëvalueerd. 

 

Start een discussie

Auteurs graag inloggen »

Regels

  • Alle reacties worden beoordeeld door een moderator. Verzend je reactie maar één keer, anders kan deze als spam worden gemarkeerd.
  • Wees respectvol tegen elkaar. Reacties met hatelijke opmerkingen, obsceniteiten en persoonlijke aanvallen worden niet goedgekeurd.